donderdag 19 februari 2015

Hervormingen

De Eurogroep (Schäuble, Dijsselbloem, en de andere ministers van financiën) schijnen niet te beseffen dat wat goed is voor de één lang niet altijd goed is voor de ander. Verder blijven ze veel te vaag over welke "hervormingen" voor iedereen dan wel goed zouden zijn. Daarin staan ze niet alleen. Helaas, want dat helpt ons niet om uit de crisis te komen. Het verergert de crisis nog. Want een star vasthouden aan oude neoliberale standpunten lokt harde confrontaties uit. Tussen elite en volk en tussen europese landen onderling. Een Grexit dreigt. Wie of wat volgt ?

In het Groei- en Stabiliteitspact werd onder meer de beruchte 3% norm voor het begrotingstekort vastgelegd. IMF en  ECB stellen daarnaast zware aanvullende eisen bij kredietverlening. Kredietvragers werden en worden verplicht bepaalde "hervormingen" door te voeren. 
Bij de lopende onderhandelingen over een nieuwe regeling met Griekenland gaf Schäuble geen centimeter ruimte om van de regels af te wijken. Want "afspraak (?) is afspraak" en "vertrouwen wordt pas gegeven als blijkt dat iets of iemand (een land, een nieuwe regering) te vertrouwen is (!)". De nieuwe Griekse regering kreeg daarom het mes op de keel. Een vreemde stijl van onderhandelen naar bevriende landen. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.

Het "afspraak is afspraak" van Schäuble is -terugkijkend- hoogst merkwaardig. Want toen Duitsland in 2003 in een recessie raakte, overtrad de Bondsrepubliek welbewust zelf het Stabiliteitspact en trok zich even niets van de 3% norm aan. Pas toen Duitsland uit de gevarenzone was werden boetes op overtredingen gezet.
De starre houding van Dijsselbloem is mogelijk te verklaren uit het feit dat Nederland het braafste jongetje van de klas wilde zijn en door harde bezuinigingen het tekort wel binnen de 3% bracht.
Het strikt handhaven van de 3% norm werkt (naar de mening van topeconomen nu) contraproductief. Het houdt Europa onnodig lang in een recessie. Logisch, want het is dweilen met de kraan open. Toch wordt dit falend beleid nog altijd hardnekkig verdedigd. Met warrige propagandataal. zelfs (welbewust ?) met halve en hele onwaarheden.

Het europees jargon is stuitend. Vaak (net als de "newspeak" uit het boekje "1984" van George Orwell) verhullende propagandataal. Vol technocratisch steno, en zelfs met omkeringen. Het Groei en Stabiliteitspact blijkt bijvoorbeeld (zoals dat nu uitgevoerd wordt) geen groei en stabiliteit op te leveren. Integendeel. Zelfs niet alleen puur monetair, laat staan financieel-economisch. Misschien oppervlakkig wel, maar daaronder gist en rommelt het.

Monetair verdween met de komst van de Euro de mogelijkheid van wisselkoersaanpassing voor bijna alle europese landen. Ook werd het rentewapen van IMF en ECB bot. Dus werden de belastingen keer op keer verhoogd, maar ook zwaar bezuinigd op bepaalde publieke voorzieningen en bijna alle private inkomens (uitkeringen, lonen, pensioenen). Dat bracht de economie in een kwakkelmodus, met hoge structurele werkloosheid en dus vaak langdurige armoede voor de getroffenen. In vergeefse "pogingen de economie te stimuleren" werd de basisrente tot in het absurde verlaagd. De rente op prima (?) staatsleningen is negatief, een nieuw verschijnsel. En straks moeten we banken gaan betalen om daar geld te mogen (!) brengen.

Hervormingen zijn zeker wel nodig. Maar welke, waarom, en waar ?
Om de Europese Unie nog een goede kans te geven zou de EC zich als topbestuurslaag het best kunnen beperken tot "management by exception". Met weer meer ruimte voor landelijke autonomie. Dus met minder europese regelgeving en ingrijpen over de hoofden van landelijke regeringen heen. Dat maakt drastisch inkrimpen van bestuurlijk apparaat en bureaucratie mogelijk. Want er blijven hooguit vijf europese portefeuilles over: algemene zaken, muntunie, bankwezen, handelsovereenkomsten, veiligheid.

De keuze voor dit model met een beperkt takenpakket wordt ingegeven door de overweging dat een allesomvattend en alles regelend Europa voor elke lidstaat meer nadelen dan voordelen heeft. De EU zou zich daarom voorlopig beter kunnen beperken tot activiteiten met hoog verwacht nut van samen doen ten opzichte van een zelfstandig optreden per lidstaat.

Het Verenigd Koninkrijk behield n.m.m. terecht de eigen munt en genoeg beleidsvrijheid, ook op ander gebied. Het wordt zo minder gehinderd door Europese stokpaardjes die groei en vernieuwing belemmeren.
Dat zouden de andere lidstaten eigenlijk evengoed moeten beseffen. Frankrijk en Duitsland zijn ook groot genoeg voor weer een eigen munt en meer beleidsvrijheid. De andere landen zouden het best een coalitie kunnen vormen met één of meer partners met min of meer gelijk(e) cultuur, problematiek, en potentieel. Europa zou zo een federatie worden met veel meer groeikracht en incasseringsvermogen dan de alleen op papier slagvaardige unie van smakeloze eenheidsworst die het nu lijkt te willen zijn.

Voornaamste conclusie uit deze voortwoekerende crisis is voor een Verenigd Europa daarom, dat het haar grootste ambitie voorlopig maar los moet laten. Die om een superstaat van wereldformaat te willen worden die uiteindelijk alle taken van de lidstaten naar zich toetrekt. Op afzienbare termijn zijn de verschillen tussen de lidstaten daarvoor nog te groot. Pas als dat erkend wordt zullen de interne spanningen verdwijnen. Daarmee ook die met andere landen buiten de Europese Unie in wording.

Als eerste uitwerking voor een Europa in die beter passende rol zijn de volgende vijf punten mee te geven.

1. Ga wat soepeler om met de tekortnorm van 3%, geef de tekortlanden wat ruimte achter de komma. Een te zwaar accent op het terugdringen van tekorten en schulden verlengt de crisis onnodig.
2. Doe met de muntunie even een paar stapjes terug. Geef met name Duitsland en Frankrijk de eigen munt terug, zodat zij zo nodig weer eigen monetair beleid kunnen voeren en niet alleen de optie van bezuinigen overhouden als de economie wat tegenzit. Geef de andere landen vrije keuze om zich bij één van de twee groten aan te sluiten (tot een D+ en F+) of bij een restgroep van kleinere landen (R+) zoals bij de vroegere EKSG resp. Benelux. We kunnen niet terug naar voor elke lidstaat weer een eigen munt. Want dan gaan bepaalde voordelen van de Unie verloren: het elimineren van valutarisico, wisselkosten, en papierwerk aan de grens, voor de handel tussen lidstaten (zie punt 4.)
3. De belangrijkste hervorming, die van het bankwezen, ligt niet op schema. De crisis begon met de rommelhypotheken die ten onrechte de rating van veilige beleggingen kregen. Als gevolg daarvan moesten wij banken gaan "redden". Sta dus voortaan alleen investeringsbanken toe om voor eigen rekening te handelen en in effecten en vreemde valuta eigen posities in te nemen. Staak ook de op wankele theorie gebaseerde interventies door de ECB om de rente nog verder omlaag te krijgen. Lage rente (zeker een negatieve) jaagt onze economie echt niet aan. Laat daarom herstel naar een normale rentestructuur toe. Met een reële vergoeding voor aan de bank toevertrouwde gelden (creditrente iets boven inflatiepeil) gaat sparen weer lonen. Mogelijk worden de financiële markten dan ook weer wat stabieler.
4. De EU heeft zich vooral op het gebied van de internationale handel bewezen. Bundeling van krachten helpt om buitenlandse markten te openen, en ook betere handelsvoorwaarden te bedingen. Verder zijn er dezelfde voordelen als voor de interne markt. Het valutarisico is uitgeschakeld. Er hoeft ook geen geld meer te worden gewisseld of papierwerk gedaan aan elke interne grens.
Aan de andere kant heerst er nog (te) veel onderling wantrouwen en interne verdeeldheid. Dat is fnuikend. De EU heeft daarom misschien nog wel de meeste toegevoegde waarde als proeftuin om meer onderling vertrouwen te kweken. Vertrouwen groeit uiterst langzaam, we werken er  nu al bijna zestig jaar aan. Dat feit vraagt om een wat selectiever toelatingsbeleid van nieuwe leden. We zouden ons ook de tijd moeten gunnen voor consolidatie binnen de groep van eerste deelnemers.
5. Om ons leven en onze leefstijl te beschermen tegen dreigingen van buitenaf is een krachtig maar flexibel veiligheidsapparaat nodig. Samenwerking loont vooral ook hier. Zo kunnen we een goed uitgeruste snelle interventiemacht permanent klaar hebben staan die elke voorzienbare opdracht met succes kan uitvoeren.
Terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit zijn alleen effectief te bestrijden als daar brede internationale steun voor is. Zeker als mensen en materieel worden gevraagd voor een humanitaire missie of een andere interventie buiten de EU. Het zou goed zijn hierbij ook de wereldmachten Rusland en China te betrekken en in het algemeen de kring van partners zo ruim mogelijk te maken.